Aangezien ik het
hele jaar door toch boeken lees voor het slapengaan, heb ik ervoor gekozen
nogmaals een boek voor de blog te lezen. Het werken aan de blog maakte mij
alleszins duidelijk dat informatieve boeken niet meteen saai hoeven te zijn. Ik
ga nu veel vaker een informatief boek lezen in plaats van een thriller of
roman.
Dit keer koos ik
voor een boek over kanker. Een moeilijk onderwerp, maar waar veel mensen nog
enorm veel vragen over hebben.
‘Als je dit
boek hebt gekocht of gekregen, heb je waarschijnlijk kanker. Of iemand in je
omgeving heeft het. Wat zou je dan willen dat ik schijf? Dat het allemaal wel
goed komt? Dat je vooral positief moet denken en dat je het dan heus wel zal
overwinnen, zoals blijkt uit het heroïsche verhaal van mijn vriendin E.? Of wil
je juist het verhaal van mijn schoonvader, die er klaar voor was, zijn lever en
longen helemaal ziek, die na een rustige maand vrolijk insliep?’
~ Claudia de Breij
~ Claudia de Breij
Zoeken naar levenskwaliteit bij
kanker
Morgen is nu
Morgen is nu
In het boek
komen mensen aan het woord die kanker hebben of gehad hebben. Het zijn geen
bekende mensen, maar gewone Nederlanders. Inderdaad, Nederlanders, het is een
Nederlands boek, maar de verhalen die hierin beschreven worden komen in sterke
mate overeen met de verhalen uit eigen land.
Na het lezen van
dit boek kennen we een antwoord op volgende vragen:
µ
Wat
is kanker?
µ
Welke
vormen zijn er zoal van kanker?
µ
Hoe
wordt kanker behandeld?
µ
Wat
zijn de cijfers in verband met kanker?
µ
Hoe
gaat het op emotioneel vlak wanneer jezelf of iemand uit je omgeving kanker
heeft?
Claudia de Breij
Claudia de Breij
is een Nederlands cabaretière, presentatrice en radio-dj. In het secundair
onderwijs studeerde ze twee jaar Algemene Letteren om daarna kleinkunstlessen
te volgen.
Vervolgens
werkte ze kort bij de lokale omroep naast haar cabaretwerk. Ze presenteerde ook
nog enkele nog enkele programma’s op diverse televisieomroepen. Verder bracht
ze enkele muziekalbums uit.
Claudia de Breij
twijfelde toen ze gevraagd werd om mensen met kanker te interviewen. Ze
twijfelde niet over het interviewen en het schrijven zelf, maar over de
confrontatie met zieke mensen. Haar grootste vrees was om te stuntelen waar de
mensen nood hadden aan stevigheid en steun. Achteraf merkte ze dat het vooral
nodig was om vragen te stellen, te luisteren, te registreren en door te geven.
‘Ik heb me voor niets
zorgen gemaakt. Alle geïnterviewden
hebben me onbevangen hun verhaal verteld. Geduldig herhaalden ze wat ik
niet meteen begreep. Nooit gaven ze me het gevoel dat ik stuntelig was.’
Kanker
Kanker verwijst
naar een groep ziektes waarin abnormale cellen zich delen en vermenigvuldigen.
Zo’n abnormale cel ontstaat wanneer microscopische schade zich in een cel
ophoopt. Die cel, ondertussen spreken we van een kankercel, gaat zich op een
chaotische manier delen. In het orgaan waar de kanker is ontstaan, wordt
langzaamaan een kwaadaardige tumor gevormd. Deze wordt groter en dringt het
omliggende weefsel steeds verder binnen.
Let wel: niet elke tumor
wijst op kanker. Een tumor is een massa cellen die al dan niet kankerachtig
zijn. Er zijn kwaadaardige tumoren, die wijzen op kanker, en goedaardige
tumoren.
|
Er zijn zowel
externe als interne factoren de oorzaak van kanker. Bij externe factoren denken
we bijvoorbeeld aan de levenswijze, infecties of de omgeving. Interne factoren
zijn onder andere erfelijke mutaties, hormonen of een ontregeld afweersysteem.
Elk type van
kanker heeft zijn eigen kenmerken, die ook in het boek tot uiting komen. Ze
ontwikkelen zich op een ander tempo en vragen om verschillende behandelingen.
Elke soort kanker heeft ook nog eens diverse vormen. Het is dus belangrijk dat
de artsen op zoek gaan naar een specifieke behandeling per patiënt.
De behandelingen
Afhankelijk van
de situatie wordt de behandeling aangepast. De keuze van de behandeling hang af
van meerdere factoren. De belangrijkste factoren zijn:
µ
het
type kanker;
µ
de
omvang van de ziekte;
µ
de
leeftijd van de persoon;
µ
eventuele
andere ziekten;
µ
de
algemene toestand van de persoon.
Dit zijn de diverse
behandelingen van kanker die afzonderlijk of in combinatie toegepast worden:
µ
Chirurgie:
lokale behandeling met als doel de tumor te verwijderen.
µ
Radiotherapie:
behandeling die kankercellen vernietigd door middel van stralen met een hoge
energiewaarde. Ongeveer 60 % van de patiënten heeft radiotherapie nodig.
µ
Chemotherapie:
door middel van geneesmiddelen de kankercellen afbreken.
µ
Hormoonbehandeling:
behandeling die de werking van natuurlijke hormonen blokkeert waardoor de
kankercellen zich niet kunnen ontwikkelen.
µ
Immunotherapie:
het afweersysteem wordt aangezet de kankercellen op te sporen, te
identificeren, aan te vallen en uiteindelijk uit te schakelen.
µ
Nieuwe
doelgerichte behandelingen of alternatieve behandelingen.
Bij de
behandelingen wordt onderscheid gemaakt tussen curatieve behandelingen, die
gericht zijn op een definitieve genezing, en palliatieve behandelingen, die
gericht zijn op het vertragen of
tijdelijk stopzetten van de ziekte.
Genezing
Met genezing
bedoelen we de volledige en definitieve verdwijning van een ziekte. We kunnen
na een lange termijn met zekerheid stellen dat de kanker definitief
uitgeschakeld is.
De termijn dat
een patiënt moet wachten wordt gelegd op vijf jaar, maar het is niet altijd
nodig zo lang te wachten. Bij snelgroeiende kankers treedt het meestal terug op
op korte termijn. Langs de andere kant is de termijn voor traag groeiende
kankers dan weer te kort. Sommige kankers duiken plots na twintig jaar weer op.
In de medische
wereld wordt er soms ook gesproken van ‘remissie’. Dit wil zeggen dat de
aandoening terrein verliest en dat de toestand van de patiënt tijdelijk
verbeterd. Als alle tekenen van de ziekte verdwenen zijn, spreken de dokters
ook wel eens van complete remissie, maar dit is nog steeds niet hetzelfde als
genezing. Om na te gaan of de complete remissie al dan niet overgaat naar
genezing, kunnen de patiënten niets anders dan wachten.
Kanker in België
Naar schatting
zijn er jaarlijks zo’n 12,7 miljoen gevallen van kanker in de hele wereld.
Hieronder staat de lijst van de karakterstatistieken van 2010. België strandt
reeds op de vijfde plaats met 306,8 kankerpatiënten per jaar. Persoonlijk
schrok ik hier toch van aangezien Nederland bijvoorbeeld pas op de twaalfde
plaats staat.
1.
Denemarken
(326,1)
2.
Ierland
(317)
3.
Australië
(314,1)
4.
Nieuw-Zeeland (309,2)
5.
België
(306,8)
6.
Frankrijk
(300,4)
7.
USA (300,2)
8.
Noorwegen (299,1)
9.
Canada (296,6)
10.
Tsjechische
Republiek (295)
11.
Israël
(288,3)
12.
Nederland
(286,8)
|
Als je deze
cijfers al hoog vond, zal je net zoals ik grote ogen trekken bij de volgende
cijfers. Wanneer we specifiek de borstkankerstatistieken bekijken, staat België
op de eerste plaats. België heeft daarmee de hoogste borstkankerincidentie in
de wereld.
1.
België
(109,2)
2.
Denemarken (101,1)
3.
Frankrijk
(99,7)
4.
Nederland (98,5)
5.
Israël (96,5)
|
Onderstaand
krantenartikel gaat over de redelijk hoge cijfers in België en probeert
hiervoor enkele redenen aan te geven.
België 5de, Nederland 12de op
kankerranglijst
Op
de internationale ranglijst van landen waar kanker het meest voorkomt staat
België vijfde, Nederland twaalfde. Dat heeft het Wereld Kanker Onderzoek
Fonds maandag bekendgemaakt. Denemarken is koploper.
Jaarlijks krijgen 306,8 op de
honderdduizend Belgen kanker. In Nederland is dat 286,8 op de honderdduizend.
Frankrijk heeft de hoogste kankerincidentie bij mannen. België staat zesde en
Nederland 24ste. Bij de vrouwen is Denemarken koploper. Nederland is vijfde,
België zesde.
De ranglijst wordt aangevoerd
door dat landen met hoge inkomens. Zo bestaat de top 20 voornamelijk uit
Europese landen. De enige niet-Europese landen zijn Australië, Nieuw-Zeeland,
de Verenigde Staten, Canada, Israël, Uruguay en Frans-Polynesië.
Het hoge aantal komt deels door de goede
diagnose en registratie van de ziekte. Het heeft echter ook te maken
met het hoge percentage
rokers, de hoge alcoholconsumptie en het toenemend aantal mensen met
overgewicht.
‘We weten dat mensen in hoge
inkomenslanden vaak meer overgewicht hebben, meer alcohol drinken en minder
bewegen’, zegt Professor Martin Wiseman op de website van het Wereld
Kanker Onderzoek Fonds, ‘Er bestaat overtuigend wetenschappelijk bewijs dat deze factoren het risico
verhogen op een aantal veel voorkomende vormen van kanker en dat zien
we terug in de lijst.’
‘De hoge incidentiecijfers in
België, Nederland en andere hoge inkomenslanden zijn echter niet
onvermijdelijk. Wetenschappers schatten dat een gezond voedingspatroon,
voldoende lichaamsbeweging en een gezond gewicht een derde van de meest
voorkomende gevallen van kanker kunnen voorkomen. Door niet te roken en
verstandig te zonnen kunnen mensen hun risico op kanker nog verder verlagen.
Als samenleving moeten we hierop inspelen en gezonde keuzes makkelijker
maken.’
Bron: België 5de, Nederland 12de
op kankerranglijst, internet, 24 januari 2011, (http://eoswetenschap.eu/artikel/belgi-5de-nederland-12de-op-kankerranglijst).
|
Er wordt
eveneens verwacht dat de wereldwijde cijfers ook zullen verhogen. Drie factoren
zijn hierin belangrijk:
I.
de
toename van de wereldbevolking;
II.
de
vergrijzing van de wereldbevolking;
III.
de
achterliggende stijging van percentages van nieuwe kankergevallen.
Tegen 2030
zullen wereldwijd jaarlijks 26,4 miljoen nieuwe kankergevallen en 17 miljoen
overlijdens door kanker geregistreerd worden.
‘Cancer Incidence in
Belgium 2008’ publiceerde de volgende cijfers:
-
59
996 nieuwe geregistreerde diagnoses;
-
1
man op 3 en 1 vrouw op 4 wordt met kanker geconfronteerd voor de leeftijd van
75;
-
64%
van de vrouwen en 75% van de mannen zijn 60 jaar of ouder op het moment van
de diagnose;
-
319
kinderen met kanker, minder dan 1% van alle kankergevallen.
|
Hebben de
patiënten iets aan de statistieken? Ineke heeft hier een pasklaar antwoord op:
‘Volgens de
artsen lagen mijn overlevingskansen voor de eerste vijf jaar rond de tachtig
procent. Nou, dat vond ik niet slecht. Maar ik dacht ook: van de vijf Inekes
leven er na vijf jaar nog maar vier. Statistieken, je hebt er eigenlijk niets aan, tenzij je kansen honderd of
nul procent zijn. Ik leefde voortdurend in onzekerheid.’
Het boek
‘Morgen is nu’
is een boek over hoop en wanhoop, vreugde en verdriet, humor en wijsheid,
ontroering en kracht, afscheid nemen en loslaten. De verhalen staan niet
willekeurig door elkaar, maar zijn geordend volgens de ziektefase. Elke fase
kent immers zijn eigen inleiding, kenmerken, aspecten, gevoelens en gedachten.
I.
NA
DE DIAGNOSE
In dit deel van
het boek vertellen de mensen over hun gevoelens wanneer ze de diagnose te horen
krijgen. Ik vind het spijtig dat hier slechts één persoon aan het woord kwam,
namelijk Richard. Richard is 63 jaar en drijft een vaarschool. Enkele weken
terug werd hij ziek en besloot hij testen te laten uitvoeren. De uitslag was
borstvlieskanker en het was ongeneeslijk. Richard vond dat het streekziekenhuis
nogal vaag reageerde en besloot een tweede opinie te vragen bijeen
gespecialiseerder ziekenhuis. Richard probeerde steeds met humor te reageren op
de uitslagen, hij vond het heel belangrijk zijn hoofd niet te laten hangen.
Tussen de
verhalen en getuigenissen staan ook telkens enkele vragen geformuleerd waarop
onder andere dokters en verplegend personeel antwoorden geven. In dit hoofdstuk
gaat het over de psychologische factoren. De hoofdvraag is of zij een invloed
hebben op de kanker. Het boek besluit het volgende:
‘Wie positief
denkt, verdraagt kanker waarschijnlijk beter dan
een tobber. Maar de genezing helpen doet het waarschijnlijk niet.’
een tobber. Maar de genezing helpen doet het waarschijnlijk niet.’
‘Van geen enkele psychologische factor is overtuigend aangetoond
dat ze
van invloed is op het ontstaan en/ of het verloop van kanker.’
van invloed is op het ontstaan en/ of het verloop van kanker.’
II.
GENEZEN
‘Bij hen bleef ik de
persoon die ik ben… niet iemand met een bordje KANKERPATIËNT of BIJNA DOOD.’
~ Vera
~ Vera
In vele van de
verhalen komt dit tot uiting. De personen waarbij kanker wordt vastgesteld,
krijgen precies een naamkaartje opgehangen waar dit opstaat. De mensen in hun
naaste omgeving weten ook niet meteen hoe ze het best reageren: moeten ze hulp
aanbieden of moeten ze net die persoon met rust laten.
De drie tips die
het meeste aangeraden worden zijn de volgende:
µ
Stel
open vragen en biedt een luisterend oor. Geef hen de kans om te vertellen hoe
het echt met hun gaat. ‘Je ziet er goed uit’, wordt dan bijvoorbeeld: ‘Je ziet
er goed uit, maar voel je je ook echt zo?’
µ
Minimaliseer
de gevoelens niet. Dit bevordert isolement en bevreemding. Voer daarom een echt
gesprek waarin iedereen zijn gevoelens kan uiten.
µ
Ga
(samen of apart) naar een professionele hulpverlener. Het helpt vaak om je
verhaal te doen tegen een neutraal persoon.
Ook na de
behandeling en wanneer de kanker overwonnen is, blijft dit gevoel. Caroline zei
hierover het volgende:
‘De behandeling is voorbij,
de kanker raakt op de achtergrond, iedereen pakt de draad weer op. Ze kunnen
niet zoveel meer met je. Dat maakte me eenzaam. Dat vond ik erg. Als ik ze
daarmee confronteerde, voelden ze zich aangevallen. Dan zeiden ze: ‘Ja, maar
iedereen zal het er wel over hebben, je vindt het vast wel eens prettig om het
er niet over te hebben.’ Daar werd ik dan kwaad over. Ja, ik ben directer
geworden door de ziekte. Dan zei ik: ‘Maar je kunt het toch gewoon vragen, dan
kan ik altijd aangeven dat ik het er niet over wil hebben.'
Voor de omgeving
is dit uiteraard niet makkelijk, maar stel je eens voor dat je zelf een
kankerpatiënt bent die net de diagnose te horen gekregen heeft. Er razen zoveel
gedachten en emoties door hun lichaam dat ze dikwijls niet weten hoe ze moeten
reageren.
Hieronder staan
enkele quotes vanuit het boek die de kankerpatiënten hebben geschreven over hun
eigen gevoelens.
‘Elke keer opnieuw het slechte nieuws vertellen,
daar komt zo veel emotie bij…’
~ Ronald, die het verschrikkelijk vind het verhaal telkens opnieuw te moeten doen
~ Ronald, die het verschrikkelijk vind het verhaal telkens opnieuw te moeten doen
‘Dan zeggen ze dat je moet knokken.
Vechten.
Tegen wie moet ik vechten? Een vent voor je,
die kan je nog slaan. Maar kanker? Ik rook niet,
drink niet, eet goed, doe aan sport. Wat valt er te
knokken? Dat snap ik niet. Ik voelde me zo gepakt.’
~ Rob
Tegen wie moet ik vechten? Een vent voor je,
die kan je nog slaan. Maar kanker? Ik rook niet,
drink niet, eet goed, doe aan sport. Wat valt er te
knokken? Dat snap ik niet. Ik voelde me zo gepakt.’
~ Rob
Een ander ‘probleem’
wat sterk bij de gevoelens vasthangt, is de seksuele relatie tussen partners
wanneer één van beide partners kanker heeft. Uit onderzoek blijkt dat de
seksualiteit verandert onder invloed van de ziekte en/ of de behandeling.
In het boek maken de
artsen een onderscheid tussen ‘seksuele problemen’ en ‘problemen met seks’. Seksuele
problemen zijn verstoringen van het normale repertoire: zin hebben in seks,
opgewonden raken, pijnloos vrijen, een orgasme beleven,…
|
Over dit
onderwerp zijn ook sommige geïnterviewden heel open.
‘Maar onze seksuele relatie
staat wel op een laag pitje. Ik vind het jammer.
We kunnen wel op een zondagochtend op elkaar gaan liggen en heel
dicht bij elkaar en hecht zijn. … Maar het hebben van gemeenschap is
voor mij … ik weet niet… Het heeft al gespeeld toen ik verdikte klieren
had in mijn lies. Toen al wilde ik dat gebied afschermen.’
We kunnen wel op een zondagochtend op elkaar gaan liggen en heel
dicht bij elkaar en hecht zijn. … Maar het hebben van gemeenschap is
voor mij … ik weet niet… Het heeft al gespeeld toen ik verdikte klieren
had in mijn lies. Toen al wilde ik dat gebied afschermen.’
Ester vertelt
hier heel openlijk over, en benadrukt vooral hoeveel geluk ze heeft met een
partner die haar ontzettend hard steunt.
Ook het andere
uiterste komt voor: bij Ineke werden uitzaaiingen vastgesteld en van genezing
was er geen sprake meer. Later volgde een ander onderzoek waarbij de artsen een
punctie gingen uitvoeren. De radioloog kwam terug binnen en zei het volgende:
‘Het spijt me, mevrouw,
maar we kunnen geen punctie doen, ik vind geen uitzaaiingen, u hebt een
gebroken rib.’
Een
rollercoaster van gevoelens vloog voorbij: ongeloof, woede, wantrouwen,… en
uiteindelijk ook vreugde.
III.
CHRONISCH
Net zoals voor
de omgeving is het ook voor de kinderen van een kankerpatiënt enorm zwaar. En
hoe ga je hiermee om? Vertel je je kind de waarheid met al zijn
verschrikkelijkheden of verbloem je de waarheid een beetje?
De meeste
gezinnen kiezen ervoor hun kinderen nauw te betrekken bij dit proces. Zo
begrijpen de kinderen ook beter wat er aan de hand is. Tegen de kleinste
kinderen wordt het woord ‘kanker’ niet vaak in de mond genomen, maar dit wordt
op een andere manier beschreven.
‘Mama, ik ben zo bang. Ik ben gewoon in
paniek. Kan ik even met jou praten, want daar gaat het over.’
Ik vroeg: ‘Waar ben je dan bang voor?’
‘Dat ik jou nooit meer zal zien als je dood bent.’
Ik kan hem niet geruststellen. Als ik dood ben, zal hij me nooit meer zien, dat is een feit.
~ dertienjarige zoon van Marieke
Ik vroeg: ‘Waar ben je dan bang voor?’
‘Dat ik jou nooit meer zal zien als je dood bent.’
Ik kan hem niet geruststellen. Als ik dood ben, zal hij me nooit meer zien, dat is een feit.
~ dertienjarige zoon van Marieke
Vele ouders
hebben het enorm moeilijk om te reageren op zulke situaties. Wat zeg je je kind
wanneer het vraagt of je doodgaat? Verschrikkelijke momenten als moeder denk
ik.
Verder staat in
het boek dat de kinderen gebaat zijn bij een goed geregeld gezinsleven.
Gezinnen moeten proberen hun routines zo goed mogelijk te behouden. Ook is het
belangrijk oog te hebben voor hun gevoelens en gedachten. Wanneer je met de
kinderen de mama of papa in het ziekenhuis wil bezoeken, moet je hen goed
voorbereiden of eventuele uiterlijke veranderingen. Verder is het prima hen mee
te nemen, zij reageren meestal ook goed op het bezoek. Zij hebben het juist
nodig te horen dat die ouder van hen houdt.
Voor het
keuzevak ‘Leerlingbegeleiding’ werden Elien en ik reeds geconfronteerd met een
casus over een meisje van het vierde middelbaar dat haar mama verloor aan
kanker. Na een lange strijd, moest ze het uiteindelijk opgeven. Door al het
hele semester met deze casus te werken, werden we steeds dieper en dieper
ondergedompeld in zulke situaties.
IV.
PALLIATIEF
‘Bekend is
het verhaal van een statisticus die een rivier van gemiddeld een meter diep
overstak, maar in die ene kuil verdronk. Geweldig hé, daar trek ik me aan op.’
~ Leida
~ Leida
Bovenstaande
quote komt uit het verhaal van Leida. Zo denkt zij over de statistieken van
kanker: statistieken zijn goed voor het beleid, maar niet voor individuele
personen.
Leida is een
enorm sterke vrouw. Ze gaat sterven aan borstkanker, zegt ze trouwens ook zelf,
maar bekijkt alles van de positieve kant. Met sterven is ze momenteel nog niet
bezig hoewel ze weet dat het moment aankomt. Haar oncoloog is heel eerlijk wat
haar levensverwachting betreft. Hoewel ze dit niet verwacht had, blijkt deze
niet lang meer te zijn.
‘Het zijn maar statistieken
en je weet van die statisticus in de rivier… En toch, mijn glaasje is altijd
halfvol, maar het glaasje is wel verdraaid klein geworden.’
Verder maken we
in dit hoofdstuk kennis met Robbert en Lonneke, een jong koppel die samen
wilden getuigen. Prachtig om te lezen. Zij vullen elkaar aan, ondersteunen
elkaar en zijn toch eerlijk over hun eigen gevoelens.
V.
DE
LAATSTE FASE
Anita is
ongeneeslijk ziek: het Synovia-syndroom, een zeldzame vorm van
weke-delenkanker. Zij heeft het enorm zwaar en de dokter zei vlakaf dat wanneer
ze nogmaals een tumor zou krijgen, ze toch doodging. Niemand zou haar dan nog
willen opereren en chemo kon ze ook wel vergeten. Toch bekijkt zij alles met
humor. Onderstaand fragment is hier een prachtig voorbeeld van:
‘Ik had mijn hoofddoekjes, een lange blonde pruik en een
bruine pruik. Met die blonde pruik had ik sjans met de mannen en vrouwen keken
me niet aan. Daar had ik wel lol in. Met dat bruine haar zag ik er wat
sportiever uit en had ik met vrouwen wel een leuk contact. Met mijn hoofddoekje
op had ik ineens gesprekken met allochtone mensen. Zo wonderlijk wat je
uiterlijk kan doen. Toen ik was opgenomen, dacht ik: wat zal ik vandaag eens
opzetten, vooruit, de blonde pruik. Daar zat ik hoogblond te wezen, kreeg ik
een moslimjongen op de kamer en zat de kamer tijdens het bezoekuur vol
hoofddoekjes. Oeps, verkeerde keus. Voelde me knap ongemakkelijk. De volgende
dag heb ik maar een hoofddoek omgedaan. Het wordt een spel… een leuk spel.’
VI.
ERFELIJK
Sommige
kankersoorten – zoals borstkanker – kunnen erfelijk zijn. Een DNA-test laten
doen heeft goede redenen. De voornaamste reden is het krijgen van zekerheid,
ook voor je kinderen. Vervolgens kan je dan preventieve maatregelen nemen zoals
bijvoorbeeld een borstamputatie en intensieve medische controle.
Langs de andere
kant zijn er ook redenen om geen DNA-test te laten uitvoeren. Verzekeringstechnische
of sociaal-maatschappelijke factoren spelen hier zeker in mee. Wanneer
bijvoorbeeld iemand gaat solliciteren of bezig is met het afsluiten van een levensverzekering,
komt dit nieuws helemaal slecht. Dan hebben we het nog niet over de gevoelens
van deze personen gehad.
VII.
NABESTAANDEN
In dit deel
komen de nabestaanden aan het woord. Zij vertellen het verhaal van de dierbare
die zij verloren zijn aan kanker, maar ook komen hun gevoelens en gedachten aan
bod.
‘Kanker heeft mij niet
veranderd, wel mijn blik gescherpt op wie ik ben.’
~ Bas
~ Bas
Het HDI
‘Bij het HDI zeggen ze altijd: Kanker legt
een vergrootglas op je leven.’
~ Caroline
~ Caroline
Het HDI staat
voor Helen Dowling Instituut. Dit instituut beweegt zich tussen die twee werelden van hoop en vrees, strijden en
loslaten.
De mensen van
het HDI helpen de jonge vrouw die borstkanker overwon, maar ook het kleine kind
om te leren omgaan met de situatie en met het idee dat papa niet meer
terugkomt.
Het HDI is een
bekende organisatie in Nederland. Hun psychologische behandeling staat open
voor alle mensen met kanker. Verder houden zij zich ook bezig met
wetenschappelijk onderzoek. Dit onderzoek is erop gericht een concrete bijdrage
te leveren aan de verbetering van de psychosociale hulpverlening.
Hulporganisaties
Bij de
Kankertelefoon kan iedereen terecht die vragen heeft in verband met deskundig
advies, informatie over alle aspecten van kanker of iemand die gewoon een
bemoedigend woord nodig heeft. Dit werkt volledig anoniem zodat de drempel zo
laag mogelijk wordt en het is mogelijk om te telefoneren en zelfs om te mailen.
De Vlaamse
Kankertelefoon beantwoordt alle vragen op het nummer 078/ 150 151 elke werkdag
van 9 tot 12 uur en van 13 tot 17 uur. Het mailadres luidt als volgt:
kankerlijn@tegenkanker.be .
Op donderdag 13
september 2012 vond de dertiende editie plaats van ‘Dag tegen kanker’. Op deze
dag deden 105 ziekenhuizen en campussen mee aan allerlei solidariteitsacties.
Alle ziekenhuisbezoekers worden gevraagd een geel lintje op te spelden. Dat
staat symbool voor verbondenheid en medeleven met alle kankerpatiënten.
‘Kom op tegen
Kanker’ is de solidariteitscampagne van de Vlaamse Liga tegen Kanker die om de
twee jaar georganiseerd wordt. De campagne wil het publiek sensibiliseren voor
de situatie van de patiënt en zijn omgeving. En ze wil geld bij elkaar brengen
om concrete projecten te realiseren, bijvoorbeeld voor kinderen met kanker,
palliatieve zorg en psychosociale begeleiding van kankerpatiënten. Het is een
van de grootste geldinzamelingsacties in Vlaanderen
Gedicht
Om af te sluiten
een gedicht dat geschreven werd door Sophie, een tienjarig meisje dat haar
moeder verlies aan kanker.
“Kanker.
Een woordje van zes letters.
Die jouw leven heeft verpest.
Maar ook al was het de honderdste keer: jij gaf niet
op.
Maar het ging snel: je had pijn en verdriet.
Het ging gewoon niet.
Je gaf op.
Maar toch ben ik trots op jou.
Je hebt gevochten voor je leven.
En dat
deed je goed”.
Bronnen:
µ
Kankerstatistieken,
internet, 2010, (http://www.wcrf.nl/nieuws/kankerstatistieken.php);
µ
Jaarverslag
Euthanasieconsulent 2010, internet, 2010, (http://www.rws.be/pdf/Jaarverslag_euthanasieconsulent_2010.pdf);
µ
VANDENBERGHE, L., Omgaan met verlieservaringen, internet, oktober 2012, (http://www.tegenkanker.be/omgaan_met_verlieservaringen);
µ
Helen Dowling Instituut: begeleiding bij kanker,
internet, 10 december 2012, (http://www.hdi.nl/).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten